De nieuwe filosofes: 5 interviews

De hieronder – in alfabetische volgorde – gepresenteerde interviews bestrijken de ervaringen en het werk van vijf vrouwelijke filosofen die in de jaren zeventig en tachtig de Nederlandse filosofie departementen binnenkwamen. Ze maken deel uit van de eerste generatie vrouwen die overal ter wereld toetrad tot de academische filosofie in een tijd dat die nog een mannenbastion was. Gevormd als zij waren door de tweede feministische golf hadden ze een feministische kijk op het vakgebied. Hoe zagen de intellectuele trajecten eruit van deze groep ‘nieuwe filosofes’, die zichzelf moest uitvinden en ‘denken’ en die daarmee aan de grenzen werkte van de filosofie als discipline? De term ‘nieuwe filosofes’ – zie ook de titel – zinspeelt op de term ‘nouveaux philosophes’ waarmee een groep mannelijke filosofen uit Parijs wordt aangeduid die zich rond 1975 groepeerde.

De interviews zijn afgenomen door Karen Vintges en gehouden met vier vrouwen die een aanstelling hadden aan een Nederlandse filosofische faculteit en in de jaren negentig promoveerden in de filosofie. Zij behoren tot een groep collega’s die sinds 1985 bijeenkomt. SW*IP-NL publiceert deze artikelen omdat een deel van deze vrouwen betrokken was bij de oprichting van de stichting. Karen Vintges maakt zelf deel uit van deze groep, waardoor ook haar eigen ervaringen en werk aan bod komen, zoals opgetekend in een interview door journaliste Anneke Hesp. Na een korte biografische inleiding wordt het inhoudelijke werk besproken, met een focus op de dissertaties van ieder, geschreven in een tijd waarin nog niet of nauwelijks sprake was van feminist theory, vrouwenstudies, feministische filosofie of gendertheorieën. De originele interviews zijn hier in gecomprimeerde vorm weergegeven. Een uitgebreider artikel op basis van deze interviews waarin meer wordt ingegaan op onze ervaringen, is verschenen in Historica, Tijdschrift voor gendergeschiedenis, februari 2025.


Wat opvalt is dat wij als ‘nieuwe filosofes’, anders dan interdisciplinair te werken, binnen of aan de rand van de filosofische discipline probeerden om iets te veranderen. Wat we deden kan worden samengevat als het binnenbrengen van nieuwe stemmen in de filosofie: hetzij door te pogen auteurs als Arendt en De Beauvoir in de filosofische canon te krijgen; hetzij door de stemmen van voorheen onderworpen en uitgesloten groepen de filosofie binnen te brengen, onder andere met behulp van het werk van Foucault en Irigaray; hetzij door ‘oude’ filosofen als Heidegger en Nietzsche te herlezen als pleitbezorgers van het project om een veelvoud van historische waarheden en stemmen in de filosofie een plaats te geven, in een kritiek op een type filosofie dat vasthoudt aan absolute en tijdloze essenties.