SWIP-NL Leesgroep: Nigeria en Filosofie

Tijdens deze leesgroep maken we kennis met drie toonaangevende vrouwelijke filosofen van Nigeriaanse afkomst: Sophie Oluwole, Nkiru Uwechia Nzegwu en Oyeronke Oyewumi. Centraal staat de vergelijking tussen het gedachtegoed van deze filosofen en “westers” denken. Alle drie auteurs hebben zich met deze vraag bezig gehouden.

 

 

Rooster leesgroep Nigeria en filosofie

Tijd: 14:00-16:00

Plaats: Hoofdgebouw Vrije Universiteit, de Boelelaan 1105, Amsterdam. Het zaalnummer wordt per bijeenkomst per e-mail bekend gemaakt. Inschrijven graag bij l.d.derksen@vu.nl.

 

De boeken die besproken worden zijn:

Sophie Oluwole, Socrates and Orunmila. Amsterdam, Ten Have, 2017. (bij veel boekhandels in voorraad of binnen een dag te krijgen, kosten circa euro 19,90)

Nkiru Uwechia Nzegwu, Family Matters. New York, State University of New York Press, 2006. (te bestellen, levertijd 4-6 weken, kosten circa euro 33,00)

Oyeronke Oyewumi, The Invention of Women. Minneapolis/London, University of Minnesota Press, 1997 (te bestellen, levertijd 4-6 weken, kosten circa euro 26,00)

 

Data en te bespreken teksten:

26 jan. Socrates en Orunmila, Deel I, “Socrates en Orunmila”, p. 9-69.

23 febr. Socrates en Orunmila, Deel II, “Afrikaanse filosofie”, 73-168.

23 maart Family Matters, Introduction. “Igbo Family Structure and Feminist Concepts”, p. 1-21, Hoofdstuk 1, “Family Politics. Making Patriarchy in a Patrilineal Society”, p. 23-62.

20 april Family Matters, Hoofdstuk 2, “Legalizing Patriarchy. Sorting Through Customary Laws and Practices”, p. 63-102.

25 mei Family Matters, Hoofdstuk 3, “Customs and Misrepresentations. Widows and Daughters in Inheritance Disputes”. P. 103-156.

22 juni Family Matters, Hoofdstuk 4, “The Conclave: A Dialogic Search for Equality”, p. 157-197.

28 sept. Family Matters, Hoofdstuk 5, “Structures of Equality: In Mono- and Dual-Sex Systems”, p. 199-239 en Conclusion, “Toward a Balanced Society”, p. 241-247.

26 okt. The Invention of Women, Hoofdstuk 1, “Visualizing the Body. Western Theories and African Subjects”, p. 1-30.

23 nov. The Invention of Women Hoofdstuk 2, “(Re)constituting the Cosmology and Sociocultural Institutions of Oyo-Yoruba. Articulating the Yoruba World-Sense”, p. 31-79.

25 jan. The Invention of Women, Hoofdstuk 3, “Making History, Creating Gender. The Invention of Men and Kings in the Writing of the the Oyo Oral Traditions”, p. 80-120.

22 febr. The Invention of Women, Hoofdstuk 4, “Colonizing Bodies and Minds. Gender and Colonialism”, p. 121-156,

29 maart The Invention of Women, Hoofdstuk 5, “The Translation of Cultures”. Engendering Yoruba Language, Orature and World-Sense”, p. 157-179.

Er wordt een slotbijeenkomst georganiseerd gewijd aan Oluwole. Een aantal deskundigen zullen aanwezig zijn en eventueel een film vertoond over het leven van Oluwole. Nadere informatie volgt..

 

Aanbevolen Literatuur:

Er bestaat een groot aantal inleidingen in Afrikaanse filosofie, bundels met essays over een bepaald onderwerp in Afrikaanse filosofie en boeken over Afrikaanse filosofie door Afrikaanse auteurs. Hierbij een aantal voorbeelden die betrekking hebben op de teksten die in de leesgroep aan de orde komen:

Oyeronke Oyewumi, What gender is motherhood? Changing Yoruba ideals of power, procreation, and identity in the age of modernity. Basingstoke, Palgrave Macmillan, 2016.

Azille Coetzee, African Feminism as Decolonising force. A Philosophical Exploration of the work of Oyeronke Oyewumi. Dissertatie Vrije Universiteit 2017.

Henk Haenen, Afrikaans denken: ontmoeting, dialoog en frictie. Een filosofisch onderzoek. Amsterdam, Buijten en Schipperheijn, 2006.

Heinz Kimmerle, Mazungumzo. Dialogen tussen Afrikaanse en Westerse filosofieën.Amsterdam/Meppel, Boom, 1995.

Column Natalie Scholz: “Academische Vrijheid”

Deze column werd gepresenteerd tijdens Vrouwenlogica 4 “Wie betaalt, bepaalt?”, over Academische Vrijheid.

 

Academische Vrijheid

Natalie Scholz

 

Ik begin met een postulaat:

Zonder vrijheid bestaat geen wetenschap en dus ook geen universiteit. Wetenschap is de eindeloze, maar gereguleerde zoektocht naar waarheid op basis van het uitwisselen van argumenten. Dit kan alleen werken als de deelnemers aan dit debat a) vrij zijn om dit beginsel te allen tijde te waarborgen en dus hun argument in vrijheid kunnen formuleren en b) evenwel vrij zijn om de vragen te formuleren waarop dit debat zich richt. Een wetenschapssysteem waarin je maar een beperkt aantal vragen mag formuleren, die van buiten de wetenschap zijn bepaald, is al kwijtgeraakt wat wetenschap tot wetenschap maakt. Wetenschap, die alleen nog maar kennis mag generen waarvan het nut voor een meerderheid van de maatschappij direct in te zien is alleen nog een wetenschapsstomp, waarvan de wortels ook snel zullen verdwijnen. Als dat ooit zal gebeuren, en er zijn al een aantal stappen in die richting te zien, belanden we uiteindelijk definitief in een post-waarheid, een “post truth” tijdperk.

Maar ik wil vandaag niet de zogenoemde wetenschapsagenda centraal stellen. Ik wil het hebben over hoe de introductie van het beginsel van marktwerking op de universiteiten, en in diens kielzog de introductie van Tayloristische management praktijken, de academische vrijheid bedreigt. Het idee van marktwerking op de universiteiten is tot nu toe een fictie, wel een heel machtige en invloedrijke fictie. We praten inmiddels voortdurend over de markt, over output en rendabiliteit, maar er heerst grote verwarring wat voor een soort markt dat eigenlijk zou zijn. Helaas is de vrije uitwisseling van argumenten binnen de universiteit allang nauwelijks mogelijk als het gaat over de beginselen van het bestuur zelf.

Als resultaat van deze scheve fictie van marktwerking heeft zich een parallel systeem geïnstalleerd op universiteiten, dat de grondbeginselen van de vrijheid van wetenschap serieus bedreigt. Pas tijdens de Maagdenhuisbezetting begon ik te begrijpen hoe het grote aantal collega’s op tijdelijke en precaire aanstellingen net als de zich cyclisch herhalende bedreiging door bezuinigingen en ontslagen de keerzijde is van wat wij kunnen samenvatten als de aanval van het rendementsdenken op de essentie van ons werk. Hoe minder mensen een zekere aanstelling hebben, hoe minder mensen zich durven uit te spreken tegen deze bedreiging. En dan hebben we het nog niet eens over de effecten van de oplopende werkdruk….

Het aantal onderzoekssubsidies, het aantal publicaties, het aantal citaties, het aantal studenten die een vak afronden, het aantal studenten dat een positieve beoordeling van hun college geeft op een absurd reductionistisch evaluatieformulier, het aantal studenten dat snel hun studie afsluit, de plaats van de universiteit, de faculteit, de opleiding op rankings, al deze elementen beginnen de essentie van wat wetenschap en wetenschappelijk onderwijs zou moeten zijn te verdringen. Ze zijn allemaal op zich leeg en ze geven zowel studenten als docenten al te vaak een gevoel van leegte. Niet leren op zich, hetgeen studenten en academici als activiteit delen, maar “succesvol” zijn in het zodanig primair op holle kwantitatieve criteria ingestelde systeem, wordt langzaam maar zeker de maatstaf van alles.

Voor mij is het ergste aan deze ontwikkeling dat zij gepaard gaat met een sluipende dehumanisering. Als we studenten niet als nummers bekijken dan is dat ondanks, en niet vanwege, de manier waarop wij worden bestuurd. We houden ons enthousiasme voor de zoektocht naar waarheid en de ondersteuning van studenten daarbij niet vanwege, maar ondanks de holle kwantitatieve criteria waarmee we voortdurend geconfronteerd worden. Wat volledig uit het oog dreigt te raken is dat alleen mensen vrij kunnen zijn om hun vragen te formuleren en hunargumenten op het academische forum te ontwikkelen. Die mensen, docenten én studenten, hebben menselijke vormen van herkenning nodig, om steeds weer het risico durven te nemen dat wetenschap altijd is. Ze hebben een omgeving nodig die je aanwakkert om elkaar te steunen en niet om met elkaar te concurreren. Want je verlaat de basis van een ingebeelde zekerheid en betreedt het pad van een eindeloze onzekerheid als je wetenschap bedrijft. Wat een wonderlijk feit dat mensen dit nog steeds doen. En hoe snel kunnen we dit met z’n allen kwijt raken.

Column Khadija Al Mourabit: “Geen talent voor ondergeschiktheid”

khadija-al-mourabit-door-anja-meulenbelt (foto ((c)) Anja Meulenbelt)

Afgelopen zondag verzorgde filosoof en SWIP-lid Khadija Al Mourabit de afsluitende column bij Vrouwenlogica III. Over een flinterdunne laag beschaving, het patriarchaat van velerlei aard en de verloren kennis over 8000 vrouwelijke Korangeleerden – naar wie klaarblijkelijk geluisterd werd, ook door mannen. “Het land is inderdaad ziek, maar als dat zo is dan is een groot deel van de wereld dat eveneens.”

We mochten de column hier publiceren:

Geen talent voor ondergeschiktheid, ook niet in vrijheid

Op een gewone donderdag avond waande ik mij eens, met twee vriendinnen, zowaar in 1950. Nietsvermoedend zaten wij, op een nazomerse avond op het terras van het Stedelijk Museum in Amsterdam, van elkaars gezelschap en humor te genieten. We lachten hardop. Dit werd abrupt onderbroken door een witte man, die een paar stoelen verderop zat met zijn vriendin, en de ‘onderbuik drang’ voelde om ons op niet mis te verstane wijze (oftewel: paternalistisch instrueren); dat ons “gelach” te hard was en dat “er een grens is met betrekking tot lachen”.

Wij keken op zijn zachtst gezegd de man op een niet zo vriendelijke wijze aan. De ergernis was van mijn gezicht af te lezen. Zijn vriendin had al gauw door dat wij hier niet van gediend waren en probeerde de discussie te de-escaleren door aan te geven dat we hem moesten negeren. Volgens haar had hij al vaker ruzie gehad om soortgelijke zaken.

Er bestaan van die mannen; van die zelfingenomen witte mannen, die hun flinterdun laagje civilisatie dragen alsof het gemaakt is van een verheven stof die boven de mensheid staat, onderwijl het seksisme aan de oppervlakte welig tiert. Een seksisme dat af en toe de kop opsteekt om onbekende vrouwen onder andere te dicteren “hoe hard zij wel of niet mogen lachen.”

Er bestaat een speciale hel voor zulke mensen. Mensen die menen dat zij mogen bepalen waar de grens der vrijheid is, voor welke vrouw dan ook die zij in hun vizier krijgen.

Dit flinterdun laagje civilisatie merkte ik ook ongeveer een maand geleden op. Drie Franse politiemannen dwongen op het strand van Nice een moslim vrouw met hoofddoek haar bovenstuk uit te doen. Een vernederende situatie voor de vrouw! Omstanders keken toe. Men vond in Frankrijk het burkini verbod schijnbaar nog niet denigrerend genoeg, het moest uitgestrekt worden tot iedereen die bedekt, vrouw en moslim is en zich op het strand begaf. In één klap werd zowel haar positieve vrijheid (de mogelijkheid tot handelen), alsmede haar negatieve vrijheid (de afwezigheid van beperkingen en tegenwerkingen) van tafel geveegd.

Simone de Beauvoir zei eens over de positie van de vrouw in Frankrijk:
“Het land is ziek, al zijn leden leggen getuigenis af van de ziekte; het is onmogelijk er één van te genezen door daar belangrijke verbeteringen in aan te brengen: je zou het lichaam in zijn geheel moeten behandelen.”

Er lijkt weinig veranderd te zijn voor moslimvrouwen als ik kijk naar recente gebeurtenissen in Frankrijk en de rest van de wereld. De enige hoop die een moslimvrouw nog mag koesteren is dat het gaat veranderen; zoals de Franse vrouwen in de jaren ‘70 in Frankrijk hoopten volgens de Beauvoir en wellicht nog steeds hopen.

Het land is inderdaad ziek, maar als dat zo is dan is een groot deel van de wereld dat eveneens. Een flinterdun laagje civilisatie, afkomstig van het patriarchaat, dat zich ook bevindt onder bepaalde korangeleerden. Korangeleerden die vrouwen onderdrukken en precies dicteren hoe zij vrouw, mens en algeheel wezen moeten zijn. Opvallend vaak zijn dit mannen. Vrouwen worden veelal gezien als subjecten van bijvoorbeeld het islamitisch recht in plaats van de (her)vormers. Je zou denken dat er nooit vrouwelijke korangeleerden hebben bestaan. Niets is minder waar; er zijn meer dan 8000 vrouwelijke korangeleerden geweest.

Mohammad Akram Nadwi, een islamitische godsdienstwetenschapper, heeft de verloren gewaande traditie van vrouwelijke korangeleerden ontdekt. Deze vrouwen onderwezen de Koran, brachten de Hadith; de daden en uitspraken van de profeet Mohammed, over en waren zelfs juristen die de islamitische wet vervaardigden. In samenwerking met het Oxford Centre for Islamic Studies heeft Akram Nadwi een 40-volume werk geproduceerd over deze vrouwelijke moslimgeleerden en gebedsleiders. De relatie tot hun religie en de vrijheidsbeleving van deze vrouwen is verbijstering wekkend.

Alleen al Umm al-Darda, een prominente juriste uit het zevende-eeuwse Damascus is buitengewoon indrukwekkend. Op jonge leeftijd zat zij met mannelijke geleerden in de moskee om te discussiëren over de islam. Zij onderrichtte de Hadith en de jurisprudentie in de moskee. Daarnaast gaf zij lezingen in het mannengedeelte. Niemand minder dan de kalief van Damascus was haar student! Zij bad zij aan zij met mannen en gaf ook een fatwa uit. Een fatwa die toeliet dat vrouwen in dezelfde positie konden bidden als mannen. Deze fatwa wordt nog steeds door moderne geleerden geciteerd. Vergelijk dit eens met het heden, een tijd waarin vele vrouwen nog steeds niet in de moskee durven bidden laat staan lezingen leiden.

Er zijn meer dan 8000 vrouwelijke korangeleerden geweest, waarvan een paar enkelingen bekend zijn. Echter, waar is de kennis over al deze vrouwen?
In een tijd waarin moslimvrouwen vanuit alle kanten in hun vrijheid worden beperkt. Enerzijds hier in het Westen anderzijds door onder andere moslimgeleerden over de hele wereld. Waar veelal óver hen in plaats van mét hen wordt gesproken. Hun vrijheid in relatie tot hun religie die op kleingeestige wijze ingevuld en begrensd wordt door het flinterdun laagje dat wij civilisatie noemen. De vraag die rijst is: als wij onszelf van de ziekte van onderdrukking willen genezen, hoe pakken we dan het hele lichaam aan zonder dat wij ons blind staren op haar afzonderlijke delen?

“Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid.”, zei eens de Nederlandse achttiende-eeuwse Belle van Zuylen. Graag voeg ik daar nog aan toe: eveneens hebben diverse moslimvrouwen géén talent voor ondergeschiktheid; niet in hun bekwaamheid tot het leven, hun zelfbeschikking, de relatie tot hun religie of hun vrijheidsbeleving.

Dankuwel.

 

Vrouwenlogica III werd gehouden op 2 okt. 2016 in De Nieuwe Liefde, een coörganisatie van SWIP-NL, VG-Amsterdam en De Nieuwe Liefde.

Column Karen Vintges: “De Verkeerde Weg”

Binnenkort is het middagprogramma van Vrouwenlogica over Islam en vrijheid na te luisteren op TXTradio.nl, maar we hoeven niet op alles te wachten. Hierbij de kritische en inspirerende column van Dr. Karen Vintges.

 

karenvintgesvrouwenlogica

 

VERKEERDE WEG of, over de nieuwe liefde

 

/ 02-10-2016 / Karen Vintges – Amsterdam

 

Een tijd lang wilde ik het niet meer hebben over Simone de Beauvoir, de schrijfster van het wereldberoemde werk Le deuxième sexe/ De tweede sekse (oorspronkelijk uit 1949) dat geldt als ‘bijbel’, oftewel als de basistekst van het hedendaagse feminisme. Als je ooit iets over een auteur hebt geschreven word je lang achtervolgd met allerlei verzoeken om over die persoon lezingen en radiopraatjes enzo te houden. Dat is leuk, maar na een tijdje niet zó meer. Maar de laatste jaren wilde ik toch weer uit mezelf iets kwijt over De Beauvoir, omdat ik me al een tijd ergerde aan de manier waarop ze wordt ingezet in de discussies in Europa over de positie van Moslimvrouwen en –meisjes en over de status van de hoofddoek.

In Nederland wordt in deze discussies maar af en toe naar Simone de Beauvoir verwezen, maar heel nadrukkelijk gebeurt dit in Frankrijk in het debat over de hoofddoek en de islam, bijvoorbeeld in het boek Fausse Route (‘Verkeerde weg’) van Elisabeth Badinter. Volgens deze in Frankrijk zeer bekende feministische filosofe moet de westerse Verlichting verdedigd worden tegen een oprukkend islamisme, waarvan de hoofddoek het teken is. Ik citeer uit de Groene Amsterdammer, van enige tijd terug: “Kijk naar Engeland. Dat is een land waar geen enkele hindernis is gelegd tegen de geringste hoofddoek, tegen niets. Maar zie wat voor vreselijks dat oplevert.” Volgens Badinter is dit de verkeerde weg: volgens haar is het terecht dat de hoofddoek in openbare scholen verboden is in Frankrijk. En voor haar visie beroept zij zich steeds uitdrukkelijk op wat zij noemt haar ‘spirituele moeder’ Simone de Beauvoir.

Badinter en vele andere westerse feministen menen dat het feminisme, zoals gegrondvest door De Beauvoir, gebaseerd is op de westerse Verlichting: namelijk op het denken dat de vooruitgang bepleit van mens en maatschappij via de seculiere rede, en dat van ieder mens een rationeel en autonoom individu wil maken. Maar De Beauvoirs feminisme benadrukt hele andere aspecten. In haar ethische werk pleit ze juist voor een ethische zelf-realisatie in nauwe verbondenheid met anderen. We leiden pas een vrij leven wanneer we ons als bewuste maar ook als lichamelijke wezens ethisch engageren met onze medemensen, in de gemeenschappen waar we deel van uit maken, en met alle gevoelens die daarbij horen. Haar studie De tweede sekse is een uitwerking van die ethiek: ook vrouwen moeten zo’n leven van ethische zelf-realisatie kunnen leiden binnen hun gemeenschappen waar ook ter wereld. Ook vrouwen moeten toegang hebben tot een persoonlijk ethisch levensproject, en dan kunnen mannen en vrouwen elkaar werkelijk ontmoeten, en is vriendschap mogelijk en: nieuwe liefde.

Haar oorspronkelijke feminisme houdt dus geen pleidooi in voor een leven als rationeel autonoom zelf, maar juist voor een leven als gesitueerd ethisch zelf, met emotionele, nauwe betrekkingen tot de ander en de wereld. En trouwens: ook als je de feministische artikelen uit de jaren vijftig leest van de Beauvoir dan zie je dat het steeds gaat over vrijheid als ethisch engagement en nieuwe liefde en helemaal niet over het rationele autonome zelf.

De Beauvoir stond kritisch tegenover de universele claims van de westerse Verlichting, die zij betitelde als een ‘droom gedroomd door de rede, even hol als alle dromen.’. Ze zou zeer kritisch hebben gestaan tegenover de claim van het Westerse liberalisme – en tegenwoordig het neoliberalisme – dat het vrijheid en vooruitgang brengt op wereldschaal. Ze was allergisch voor imperialisme en kolonialisme. Ze behoorde tot de eerste Franse intellectuelen die zich verzetten tegen de Franse oorlogen in Vietnam en Algerije, en nam het op voor de Algerijnse vrijheidsstrijdster Djamila Boupacha, en haar familie. Ze zou veel achterdochtiger zijn geweest jegens de toestand in Frankrijk en andere West-Europese landen over de hoofddoek van Moslimvrouwen en meisjes, dan geclaimd wordt door haar zelfbenoemde erfgename Badinter. Ze zou zich hebben uitgesproken voor het in cross-culturele coalities bestrijden van elk type fundamentalisme, inclusief het westerse Verlichtings-fundamentalisme, ook in zijn hedendaagse feministische variant..

Vrouwenlogica III: Boerkini’s, bikini’s en soefi’s – over vrijheid in religie

Kunnen vrijheid en geloof wel samengaan? Op zondag 2 oktober organiseren SWIP-NL, De Nieuwe Liefde en de Vrije Gemeente ‘Vrouwenlogica III’ over vrouwelijke denkers in de islam. Deze dag vindt plaats in debatcentrum De Nieuwe Liefde in Amsterdam.

Word je vrij als je je ergens los van maakt, of juist als je je ergens aan bindt? Al eeuwen buigen filosofes zich over deze vrijheidsvraag. In relatie tot religie wordt het belang van dit dilemma extra duidelijk. Is het ideaal van complete zelfbeschikking de beste weg naar vrijheid? Of ligt er ook – of juist – bevrijding in het volgen van vaste leefregels? Vandaag gaan we in gesprek met en over vrouwelijke denkers binnen de islam.

Feministen denken vaak in de tegenstelling van emancipatie versus onderdrukking. Filosoof Saba Mahmood, gespecialiseerd in islamitische culturen, bevraagt deze scherpe tweedeling. Vrij handelen bestaat ‘niet alleen in daden van verzet tegen de norm, maar juist ook in manieren waarop de normen beleefd worden,’ stelt Mahmood. Sommige islamcritici, en ook vele ‘witte feministen’, hebben volgens haar niet voldoende oog voor de vrije keuzes van vrouwen binnen een religieuze context. Zo kiezen vrouwen in verschillende islamitische bewegingen bewust voor strenge onderwerping aan een hogere autoriteit.

Wat zeggen islamitische vrouwelijke denkers hierover? Kunnen religieuze leefregels bevrijdend zijn, en is het onfeministisch als ze dat niet zijn? In deel drie van Vrouwenlogica onderzoeken we de betekenis van zelfbeschikking en grenzen. In gesprek met moslima’s en voormalig moslima’s, onderzoekers van islamitische culturen in Nederland en historici van vrouwelijke islamitische denkers vragen we ons af: wat wil vrijheid van ons?

Programma
11:00-12:00 uur ochtendlezing  over de levensbeschouwing van vrouwelijke soefi’s door islamoloog Anne Dijk.

14:00-16:30 uur college, interview & panelgesprek met filosofen Heidi Dorudi, Khadija al-Mourabit; Mariam El-Maslouhi, Sakina Loukili en Kamel Essabane.

De presentatie en interviews van het middagprogramma worden verzorgd door hoogleraar wijsbegeerte Désirée Verweij.

Aanmelden via de website van De Nieuwe Liefde.
Een kaartje voor Vrouwenlogica geeft toegang tot zowel de ochtendlezing om 11 uur als het middagprogramma vanaf 14 uur. Het is ook mogelijk om alleen de ochtendlezing bij te wonen. Het adres van De Nieuwe Liefde is Da Costakade 102 in Amsterdam.

Gesponsord door SWIP-NL: Feminist Art Fest, op 16-18 september 2016

SWIP-NL sponsort het Feminist Art Fest in Amsterdam. Dit lange weekend wordt mede georganiseerd door één van onze leden en ten minste twee van onze leden zullen er spreken.

De zaterdag staat in het teken van de filosofie en het programma is nog in wording.

Aanmeldingen voor een panel in het kader van de rol en achterstelling van vrouwen in filosofie en kunst zijn welkom tot vrijdag 3 september. Schrijf graag een kort statement over je interesse, achtergrond en reden om mee te willen praten naar Jolien Spigt: feministartfest@gmail.com met in de cc Joyce Pijnenburg: penningmeester@swip-filosofie.nl.

Vrouwenlogica II: Zien en gezien worden – 22 juni 2016

Avondprogramma voor algemeen publiek in de reeks “Vrouwenlogica: denken in context”
Over de objectificatie van het vrouwelijke lichaam – en of, en hoe, het anders kan.
Amedeo.Modigliani.000
Deze avond wordt georganiseerd in samenwerking met The Feminist Club Amsterdam, De Nieuwe Liefde en de Vrije Gemeente. Kaarten zijn online verkrijgbaar via De Nieuwe Liefde.
22 juni, 20u-22.30u
da costakade 103, Amsterdam
Programmatekst:
‘Een vrouw leeft haar lichaam als gezien door een ander’, zegt filosoof Sandra Bartky. Collega Simone de Beauvoir stelde halverwege vorige eeuw al de diagnose: in de westerse cultuur is de vrouw de tweede sekse en wordt haar lijf als object benaderd. De honderden mediabeelden die we dagelijks verwerken, waarvan de meerderheid gefotoshopt, versterken dit. Het onrealistische beeld van vrouwelijkheid wordt bepaald door de male gaze: de ingebeelde blik van heteromannen. Deze in de beeldcultuur dominante kijk is echter ook door vrouwen zelf overgenomen en geïnternaliseerd. Wat doen die blik en dat ideaalbeeld met de relatie tot ons lichaam? Spelen ze mee, als vrouwen zich in de lente massaal afvragen of hun lijf wel zomerklaar is?
De beelddruk en de man-vrouw polarisatie is niet altijd en overal zo sterk geweest. In het communistische Cuba, waar veel minder reclame is, spiegelen vrouwen zich niet aan het perfecte lijf – en maken zij ook de mannen openlijk tot object van verlangen. In de Oyo-Yoruba-cultuur van West-Nigeria blijkt het uiterlijke verschil tussen man en vrouw nauwelijks een rol te spelen in taal en maatschappelijke relaties. Aan de verdeling van de seksen in mannen die kijken en vrouwen die bekeken worden, ligt dus een westers cultureel mechanisme ten grondslag. Waardoor is dit ontstaan en hoe heeft het zich ontwikkeld? En hoe gaan we ermee om? Kan het ook anders?
Met voorbeelden uit film en reclame, het werk van onder meer Luce Irigaray en filosofen op het podium zoeken we naar een nieuwe kijk.

Vrouwenlogica IV: Wie betaalt, bepaalt? Academische vrijheid

Op 7 december organiseren wij met VG Amsterdam en De Nieuwe Liefde Vrouwenlogica IV over academische vrijheid in de neoliberale universiteit. Wat is academische vrijheid, hoe wordt ze bedreigd en wat moet er gebeuren aan hervorming, speciaal op het financiële vlak?

Met SWIP-leden Martijntje Smits en Harriët Bergman en studenten filosofie, docenten en onderzoekers en een politica: Tashina Blom, Rudolf Valkhoff en Ineke Palm.

De moderatie wordt verzorgd door onze voorzitter, Désirée Verweij. Zie deze link voor het programma.

Panelgesprek op 6 maart 2016: Vrouwenlogica, over vrouwen in de filosofie

Vrouwenlogica – over vrouwen in de filosofie,  zo 6 maart 2016
Deze dag is een samenwerking tussen De Nieuwe Liefde, de  Society for Women in Philosophy (SWIP-NL) en de Vrije Gemeente (VG). Kaarten zijn te koop aan de deur van De Nieuwe Liefde, of online via De Nieuwe Liefde
Locatie
De Nieuwe Liefde
Da Costakade 102
1053 WP Amsterdam
Programma
11:00-12:00 uur ochtendlezing
14:00-16:30 uur colleges & panelgesprek
Kun jij een vrouwelijke filosoof noemen? Simone de Beauvoir, Hannah Arendt, daarna wordt het vaak moeilijker. Logisch, want vrouwelijke denkers zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de geschiedschrijving van de filosofie. En ook vandaag nog: in Nederland bijvoorbeeld is slechts 16% van de academische filosofen vrouw. Filosofie was en is een dude dominated discipline. Daarom in het kader van Wereldvrouwendag: de vrouw in de filosofie. Wie zijn die onzichtbare vrouwelijke denkers? Waar dachten zij over na? Verschilt dat van hun mannelijke collega’s? Welke inzichten biedt de filosofie door vrouwen voor ons dagelijks leven?
Joke Hermsen onderzoekt in de ochtendlezing de vraag of er zoiets als ‘vrouwelijke filosofie’ bestaat. Na de lunch geven Joyce Pijnenburg en Daan Roovers korte colleges over vrouwelijke denkers van de Oudheid tot nu, die de wijsbegeerte veelal ongemerkt maar sterk hebben gevormd. Vervolgens praten we met publieksfilosoof Simone van Saarloos, filosofisch consulente Marleen Moors en academisch filosoof Sanne van der Hout. Hoe kijken zij naar hun grotendeels mannelijk vakgebied? Welke rol speelt hun vrouw-zijn in hun eigen denken? Met elkaar en het publiek gaan zij in gesprek onder leiding van Désirée Verweij.
Gasten
Joke Hermsen is romanschrijver en filosoof, bekend om haar bezinning op het thema van de tijd. In 2011 verscheen haar essaybundel Stil de tijd en in 2014 Kairos – Een nieuwe bevlogenheid, over het verschil tussen kloktijd en innerlijke tijd. Naast het schrijven geeft ze lezingen en workshops over filosofische en maatschappelijke kwesties en literatuur en is ze bestuurslid van de Internationale Vereniging van Vrouwelijke Filosofen (IAPH).
Simone van Saarloos is publieksfilosoof en schrijver. In haar columns, essays en fictie spelen thema’s als feminisme, seksisme en de verhoudingen tussen man/vrouw.  In Weijers & Van Saarloos, de seksistische talkshow die zij met Niña Weijers presenteerde, kwamen uitsluitend vrouwelijke gasten praten over literatuur, kunst, wetenschap en politieke vraagstukken.
Marleen Moors is filosofisch consulent: in haar eigen praktijk kunnen mensen met hun levensvragen terecht. Ze geeft cursussen, lezingen en advies en publiceert op het gebied van gezondheid, existentialisme en persoonlijke groei. In 2015 verscheen haar essay Sexism and gender issues in academic philosophy in de bundel Women in Philosophical Counselling.
Sanne van der Hout is academisch filosoof en ethicus. Ze studeerde in Leiden en Leuven, haalde een tweede master in toegepaste ethiek in Utrecht en promoveerde in 2014 op de rol van de levenswetenschappen bij het tot stand brengen van een duurzamere relatie tussen mensen, technologie, en natuur. Ze is postdoctoraal onderzoeker biomedische ethiek aan de Universiteit van Maastricht.
Joyce Pijnenburg haalde haar master in de geschiedenis van de hermetische filosofie aan de UvA. Ze is filosofisch consulent, onderzoeker en docent mystieke filosofie en cultuurgeschiedenis aan onder andere de Internationale School voor Wijsbegeerte en de Vrije Academie. Ook is ze penningmeester van SWIP-NL en voorzitter van de Vrije Gemeente.
Daan Roovers is voormalig hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Ze schrijft en spreekt onder andere over onderwijs, opvoeding en feminisme en doceert aan de Internationale School voor Wijsbegeerte, de School of Life en de UvA. Ook is ze initiatiefnemer van de G8 van de Filosofie. Ze studeerde geneeskunde en filosofie in Nijmegen.
Désirée Verweij (moderator) is hoogleraar Militaire Ethiek. Haar onderzoek richt zich op ethiek in de militaire praktijk, waar morele dilemma’s zich vaak op het snijvlak van drie niveaus bevinden: het individu, de organisatie en de nationale politiek. Dat betekent ingewikkelde en vaak problematische vragen, waarbij humaniteit en professionaliteit in de praktijk gewaarborgd moeten blijven. Daarnaast is ze voorzitter van SWIP-NL.